De herfst is begonnen en de winter nadert.
In de herfst bereidt het ree zich voor op de winter waarin het voedsel schaarser wordt en het ook kouder wordt. Met het oog op de komende wintermaanden wisselt het ree van de roodbruine zomervacht naar de grijsbruine wintervacht die 2 keer zo dik is. De kortere daglichtperiode en de dalende temperaturen beïnvloeden het hormonale stelsel en leiden tot verharing.

Toch is het ree op deze foto niet aan het verharen.
Het ree op deze foto is slachtoffer van de hertenluisvlieg (Lipoptena cervi ) ofwel hertenluis; dat is een klein bloedzuigend insect dat zowel op zoogdieren als vogels voorkomt.
Alleen in de maanden september en oktober heeft deze hertenluisvlieg vleugeltjes, want zodra als het diertje een gastheer heeft gevonden, vallen de vleugeltjes af en heeft het meer weg van een luis dan van een vlieg. De hertenluisvlieg, die ongeveer 3-5 mm lang is, tref je aan op open plekken in bossen, langs bosranden, bospaden en wildwissels ( paden waarlangs wild zich regelmatig verplaatst ).
Deze vlieg kan ook op paarden, wilde zwijnen, dassen en honden aangetroffen worden. Meestal veroorzaakt de hertenluisvlieg  weinig problemen, maar als een hert of een ree vol zit met hertenluisvliegen kan dat voor behoorlijk wat jeuk zorgen. Hierdoor gaat het dier krabben en schuren en door het vele krabben kunnen kale plekken ontstaan en zelfs kleine wondjes.

Het ree op deze foto ziet er verder nog gezond uit, maar heeft kennelijk wel veel last van jeuk waardoor de vacht kale plekken vertoont.

Van zomervacht naar wintervacht

De wintervacht van het ree is veel dikker dan de zomervacht die een roodbruine kleur heeft. De wintervacht, die een licht tot donkergrijze kleur heeft, bestaat uit verschillende lagen waarin dekharen en wollige onderharen zitten. De vachtwissel van zomervacht naar wintervacht begint in Nederland eind augustus eerst bij de reekalveren; half september komen de smalreeën en jaarlingbokken aan de beurt en eind september wordt de haarwissel goed zichtbaar bij de volwassen reeën. Korter daglicht en het dalen van de temperatuur dragen bij aan het moment waarop het verharen begint.

Het proces van verharing duurt ongeveer 5 weken en eind oktober hebben alle gezonde reeën van vacht gewisseld. Deze verharing begint altijd in de nek en het aangezicht rondom de ogen, vervolgens komen de hals, de hele kop, de poten en de rest van het lichaam aan de beurt.

Van wintervacht naar zomervacht

In de maanden april en mei beginnen de winterharen uit te vallen; hormonale processen die beïnvloed worden door o.a. het langer worden van de dagen, dragen er toe bij dat de vacht van de reeën er in die periode zeer onverzorgd uitziet met kale plekken in de vacht. Reeën die er zo uit zien zijn niet ziek, maar zijn aan het verharen. Eind mei/begin juni hebben de gezonde reeën hun roodbruine zomervacht.
In het algemeen geldt dat jonge en gezonde reeën vroeger in het voorjaar van vacht wisselen dan oude reeën of reeën die een slechte conditie hebben. De verharing van de wintervacht naar de zomervacht begint eerst bij de kop, daarna op de schoft en de onderkant van de hals en vervolgens rond de spiegel en de flanken van het ree. Daarna verhaart de rest van de hals en als laatste verhaart de rug.
Het wisselen van vacht kost het ree veel energie en daarom speelt de conditie van het ree een belangrijke rol. De conditie van het ree bepaalt de duur van de vachtwisseling en daarom duurt het verharen bij gezonde reeën korter dan bij zwakke reeën.

Foto gemaakt door Lisa van Roon