Reekalveren worden geboren tussen half april en eind juni, maar de geboortepiek ligt in de maand mei. Reekalfjes liggen bij voorkeur in het hoge gras, waardoor ze niet makkelijk zichtbaar zijn.
Zo liggen zij daar het veiligst … totdat …de agrariërs gaan maaien. De boer kan de kalfjes in het hoge gras niet zien liggen en de kalfjes maken zich bij naderend lawaai instinctief zo klein mogelijk en blijven zo stil mogelijk liggen. Zo wordt helaas menig kalf versnipperd en vermalen in de messen van de cyclomaaiers.
Dit kan o.a. voorkomen worden door een drone over het te maaien weiland te laten vliegen. De drone kan precies aangeven waar een kalfje of een ander dier, dat bijvoorbeeld op een nest zit, zich bevindt.
Met hulp van ervaren en bevoegde natuurbeschermers kunnen de kalfjes verplaatst worden, of naar een tijdelijke veilige plek worden gebracht zodat de agrariër kan gaan maaien. Het is wel heel belangrijk om direct na de zoekactie met het maaien te beginnen. Zit er veel tijd tussen de zoekactie en het maaien, dan is de kans groot dat de verplaatste kalveren al weer terug zijn in het weiland, in de voor hen zo vertrouwde omgeving!
Het is belangrijk dat men tijdens het verplaatsen de kalfjes NIET aanraakt of, als ze een beetje spartelen, men de kalfjes NIET tegen zich aandrukt, want de geur van de mens mag niet op het kalfje worden overgebracht. De kalfjes kunnen verplaatst worden in een juten zak of in dikke wissen gras. Men kan de kalfjes ook tijdelijk in een grote rieten mand met gras op de bodem opvangen. Dan is men er zeker van dat zij niet weer het te maaien weiland inlopen. Leg over een gedeelte van de mand een zak of doek, zodat het een beetje donker wordt voor het kalf, het zal dan zelf ook rustiger worden.
In die gebieden waar er niet met de drone gevlogen mag worden, lopen ervaren bevoegde natuurbeschermers volgens een speciale methode door het weiland om de kalfjes te zoeken en te redden van een vreselijke dood. Deze methode werd in de tijd dat de drones nog niet bestonden, altijd toegepast.
De drone kan alleen ’s ochtends vroeg worden gebruikt (tot ongeveer 9.00 uur), omdat de warmtecamera alleen precies kan werken als deze goed en duidelijk het temperatuurverschil tussen de koude grond en het warme kalf of andere dieren kan meten. Op de warme plekken die door de drone wordt aangegeven, kan men een kalfje of een nest met broedende fazanten of eenden vinden.